Soms kun je teveel wegen, zonder dik te zijn. In dat geval ben je waarschijnlijk heel gespierd of je lichaam zet vet heel gelijkmatig af, waardoor je er niet dik uitziet. Gefeliciteerd! Je hebt iets wat bijna iedereen wel wil hebben; vlees op de botten zonder dik te zijn.
Bodybuilders hebben vaak een te hoog BMI
Bodybuilders hebben vaak een te hoog BMI, zonder dat ze te dik zijn. Toch kan dit voor niet professionele bodybuilders vervelend zijn. Onderzoek laat zien dat niet professionele bodybuilders met een te hoog BMI vaker ontevreden zijn over hun lichaam dan niet professionele bodybuilders. Dat is heel jammer, want je bent waarschijnlijk gewoon te zwaar, omdat spieren relatief meer wegen dan vet (1).
Een klein stukje spier is ongeveer net zo zwaar als drie van die stukjes vet. Dus je bent slanker en toch staat er bij de BMI metingen dat je te zwaar bent. Dat kan heel frustrerend voelen, maar uiteindelijk is je vetpercentage hetgeen dat je in de gaten moet houden als je je afvraagt of je te dik bent.
Is het erg om teveel te wegen?
Het hangt ervan af waarom je teveel weegt. Als je bijvoorbeeld veel aan krachttraining doet en heel gespierd bent, dan is het logisch dat je te veel weegt volgens de BMI regels, maar dan is het niet erg.
Weeg je echter te veel, omdat je gewoon veel vet hebt, dan kan het handig zijn om toch af te slanken.
Als je niet echt dik bent kun je altijd naar een fitnesschool gaan of naar je arts om je vetpercentage op te meten. Dit wordt vaak gedaan door huidplooimetingen over je lichaam. Naar aanleiding daarvan kunnen ze iets zeggen over of het voor jou erg is om te veel te wegen.
Heb je namelijk een vrij hoog vetpercentage? Dan kan dat invloed hebben op de kans die je hebt op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Die kans wordt dan namelijk hoger.
Vooral als je meer vet op de buik hebt loop je een hoger risico (2).
De locatie van je vet
Er zijn mensen die ondanks dat ze te zwaar zijn geen hoger risico lopen op hart- en vaatziekten, problemen met de stofwisseling en een vroegtijdige dood. Hoe zit dat dan?
Dit hangt onder andere af van de locatie waar je vet zit en hoe gezond het vet is dat je in je lichaam hebt. Vet dat diep in je lichaam zit, zoals tussen je darmen en organen, is bijvoorbeeld gevaarlijk vet. Dan loop je een hoger risico op problemen met je stofwisseling, leververvetting en op hart- en vaatziekten (2).
Ben je niet gespierd en ben je ‘slank’, maar toch te zwaar? Dan kan het handig zijn om te controleren of je geen last hebt van vet dat tussen je organen zit, dat valt namelijk niet direct op als gevaarlijk vet, maar dat is wel het gevaarlijkst.
Dit betekent niet dat je geen last hoeft te hebben van buikvet, want er zijn ook weer meerdere onderzoeken die een verband aantonen tussen buikvet en vroegtijdig overlijden. Daarnaast wordt het ook in verband gebracht met een te hoge bloeddruk en andere factoren die hart- en vaatziekten kunnen triggeren. Ook is je kans op diabetes type II hoger (2).
De kwaliteit van je vet
In vet worden ook veel stofjes opgeslagen, zoals vitamine D. In de winter krijg je namelijk geen vitamine D meer van de zon en dan haalt je lichaam de vitamine D uit je vetcellen die dat hebben opgeslagen.
Je zou zeggen dat hoe meer vet je hebt hoe meer vitamine D je in je vetcellen hebt, maar dat is niet waar. Onderzoek laat zien dat hoe meer vet je hebt, hoe minder vitamine D je in je cellen hebt. Om je vetkwaliteit dan te verbeteren kan het handig zijn om vitamine D supplementen te nemen voor de beschermende werking van vitamine D (3).
Gezondheid verbeteren
Ook als je niet dik bent of er niet dik uitziet, kun je last hebben van overgewicht en vet rondom de organen. Dat vet rondom de organen kan veel schade aan je stofwisseling toebrengen en zorgen voor leververvetting, wat heel ongezond is.
Laat daarom controleren wat je vetpercentage is en of je te veel vet rond je organen hebt.
Je kunt dan werken aan het verbeteren van je gezondheid. Je kunt dat ook sowieso alvast doen, want werken aan je gezondheid heeft alleen maar voordelen.
Beweeg je op dit moment bijvoorbeeld niet veel of nauwelijks? Dan kan bewegen erg veel doen om je lichaamsvet te verminderen en om je risico op diabetes type II en andere problemen te verminderen. In een eerdere blog heb ik tips gedeeld om meer te bewegen.
Als je bijvoorbeeld een zittend beroep hebt hoef je niet dik te zijn om toch last te hebben van teveel lichaamsvet. Door regelmatig een aerobic-achtige sport te beoefenen zorg je er dan toch voor dat je minder vet in je lichaam hebt en dit helpt je weer om je risico op gezondheidsproblemen te verminderen. Tips om thuis te bewegen heb ik in deze eerdere blog gegeven toen we nog in de lockdown zaten.
Ben je wel te dik en ga je sporten, dan heb je nog steeds een hoger risico op het ontwikkelen van gezondheidsproblemen, omdat er dan ook gifstoffen uit je vetcellen vrij kunnen komen (4). Dit betekent niet dat je dan maar niet moet bewegen als je wel veel buikvet hebt, dit betekent vooral dat je ook moet letten op je wat je eet, zodat je vetcellen juist gevuld worden met goede stoffen zoals vitamine D, K, A en E.
Daarnaast focus ik in mijn programma niet alleen op je gewicht, op de weegschaal. Het gaat er namelijk om hoe jij je voelt. Om zoveel meer dan de cijfers. Wil je meer weten over het verbeteren van je eetgewoontes en beweging? Wil je ook hulp voor de mentale veranderingen als je aan de slag gaat met je gezondheid? Bekijk dan eens het online programma van ikveranderwel.nl.
Groetjes,
Bianca
(1) https://www.researchgate.net/profile/Shirko-Ahmadi/publication/236736553
(2) https://www.jlr.org/article/S0022-2275(20)32303-8/fulltext
